Vooral jonge huizenkopers in 1e kwartaal 2021
Dat de gemiddelde huizenprijs het eerste kwartaal dit jaar zo hoog was, € 379.000, komt vooral door de vrijstelling van de overdrachtsbelasting voor jongere huizenkopers, onder de 35 jaar. Die belastingvrijstelling veroorzaakte een ware run op huizen. Mede omdat sinds 1 april de belastingvrijstelling voor huizen boven de € 400.000 al weer is afgeschaft.
Veel jongere huizenkopers, 35-minners, stelden eind 2020 de eigendomsoverdracht uit naar de eerste drie maanden van 2021. Uiteindelijk werd in die drie maanden 61% van alle te koop staande woningen door 35-minners gekocht. In de eerste drie maanden van 2020 was dat 45%. De gemiddelde leeftijd van alle huizenkopers in het eerste kwartaal daalde dan ook fors: van 45 naar 36 jaar.
Gemiddelde huizenprijs
De run op woningen door jongere kopers had forse impact op de woningmarkt. Zo werden er 29% meer huizen verkocht dan een jaar eerder. En de gemiddelde huizenprijs ging met ruim 16% omhoog naar € 379.000. Want die jongere kopers kochten vaak ook nog duurdere huizen. Een flink deel van die jongere huizenkopers, 39%, was namelijk geen starter, maar had al een eigen huis. Zo konden zij profiteren van de forse overwaarde op veel huizen, de huizenprijzen zijn sinds 2013 met gemiddeld meer dan 60% gestegen, en daardoor in een duurder segment kopen.
Ebt effect weg?
De vraag is nu of het effect van de belastingvrijstelling de komende maanden verdwijnt. Immers, de gemiddelde huizenprijs was de laatste maanden hoger door de relatief dure huizen die verkocht zijn. Maar vroeg of laat zijn veel jonge doorstromers van huis gewisseld. Het wordt dus interessant om te kijken hoe de gemiddelde huizenprijs zich de komende tijd ontwikkelt.