Sparen niet meer zinvol

Tegenwoordig kost sparen geld. De spaarrente is nihil of negatief en de inflatie stijgt alleen maar. Zo wordt je geld jaar na jaar minder waard.

Vroeger kon je met de spaarrente de inflatie aardig bijhouden. Goederen werden wel duurder, maar je kreeg genoeg spaarrente om de waarde van je geld zo ongeveer gelijk te houden. Maar sinds 2016 is de inflatie hoger dan de spaarrente. Met als gevolg dat je jaar na jaar inteert op je spaarcenten. De verwachting is niet dat hier binnen afzienbare tijd verandering in komt.

Schaarste aan grondstoffen

En dat terwijl de inflatie oploopt. Er is onder meer schaarste aan grondstoffen en door de coronapandemie zijn de wereldwijde vervoersketens niet meer soepel op elkaar aangesloten. Waardoor onder meer de prijzen van containervervoer nu de pan uit rijzen. Het gevolg: inflatie en vermindering van de waarde van je spaargeld.

Belasting over vermogen

En als je een beetje vermogen hebt, ben je helemaal de pineut. Als je meer dan € 50.000 op je spaarrekening hebt, moet je er ook nog belasting over betalen. Er gaat dus letterlijk geld uit het spaarpotje, zonder dat er iets bij komt. Op deze manier wordt het spaargeld nog minder waard.

Geld richting huis of beurs

Een spaarpotje achter de hand voor noodgevallen – zoals een kapotte wasmachine – is natuurlijk prima. Maar sparen om het spaarpotje te vergroten is met een spaarrekening nu heel lastig. Daarom zie je steeds meer mensen hun spaargeld investeren in hun huis, waardoor er waardevermeerdering optreedt, of richting de beurs gaan om hun geld te beleggen.