Spaarbelasting onwettig zegt Hoge Raad
Het hoogste rechtscollege van ons land, de Hoge Raad, heeft onlangs geoordeeld dat onze overheid spaarders discrimineert met de hoge belasting die wordt geheven op spaargeld in box 3. Maar het ziet er nu naar uit dat door een juridisch trucje niet veel spaarders teveel betaalde spaartaks zullen terug krijgen.
Sinds 2017 gaat de overheid ervan uit dat Nederlanders met meer dan € 50.000 ‘vrij’ vermogen (exclusief overwaarde woning) minstens 30% van dat vermogen beleggen. Hoe hoger het vermogen, hoe meer de burger volgens de belastingdienst belegt. Maar in de praktijk steken veel burgers helemaal niet zoveel van hun vermogen in aandelen, obligaties en andere effecten.
Discriminerend
De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat vermogensrendementsheffing, ook wel bekend als de spaartaks, discriminerend is en over het algemeen veel te hoog, en daarmee in strijd met het mensenrechtenverdrag. De Belastingdienst moet de teveel geïnde belasting gaan terugbetalen.
Velen vissen achter het net
Aanvankelijk leek het erop dat de Belastingdienst de belastingaanslag van minstens 60.000 spaarders – die namens de Bond voor Belastingbetalers de zaak hadden aangespannen – moest bijstellen en deze burgers geld gaan teruggeven. Het leek zelfs goed mogelijk dat nog veel meer spaarders, rond de 1,3 miljoen mensen, op basis van deze uitspraak belasting konden gaan terugvragen over de jaren vanaf 2017. Maar er is nu, vinden velen, een juridisch trucje uitgehaald. Want alleen spaarders die 6 weken na dagtekening van hun aanslag bezwaar maakten, kunnen aanspraak maken op teruggave van teveel betaalde spaartaks. Slechts een heel klein deel van de spaarders heeft dat ook daadwerkelijk gedaan. De anderen vissen achter het net. De Bond voor Belastingbetalers vindt dat niet alleen rechtsherstel moet worden geboden aan degenen die bezwaar maakten, maar aan alle spaarders die op grond van deze uitspraak teveel belasting hebben betaald.
Echtpaar
Concreet heeft de Raad de zaak van een echtpaar beoordeeld. Dit echtpaar had in 2017 en 2018 circa € 900.0000 spaargeld op Nederlandse bankrekeningen staan. De Belastingdienst bracht hen € 24.674 belasting in rekening, terwijl het werkelijke rendement over hun vermogen in die jaren € 10.140 bedroeg. De Hoge Raad stelt nu dat de overheid spaarders op deze manier discrimineert. De overheid mag geen onderscheid maken tussen burgers die meer risico nemen met hun vermogen en daarom beleggen, en burgers die aan de veilige kant willen zitten door te sparen. De laatsten worden door dit belastingstelsel onrechtmatig en disproportioneel benadeeld, vindt de Hoge Raad. De overheid moet daarom zo snel mogelijk een nieuw systeem ontwerpen dat beter aansluit op het werkelijk behaalde spaarrendement.