Het is natuurlijk verdrietig als het in de liefde niet meer gaat. Maar helaas gebeurt het nogal eens. In Nederland eindigt ongeveer een derde (34%) van alle huwelijken in een echtscheiding. Uiteraard moet je als je gaat scheiden je bezittingen verdelen. Daarbij gaat het onder meer om het huis en het spaargeld. Maar ook het pensioen dat opgebouwd is, dient te worden verdeeld. Waarop moet je dan letten?
1. Werknemerspensioen verdelen
Als een partner en ex-partner in loondienst werken, bouwen ze doorgaans ook ouderdomspensioen op. Waarbij het in dit geval dan gaat om ouderdomspensioen dat is opgebouwd tijdens het huwelijk of partnerschap. Als je uit elkaar gaat, dient het ouderdomspensioen te worden verdeeld. Wettelijk is het zo geregeld dat beide ex-partners de helft krijgen van het ouderdomspensioen. Overigens kunnen partners ook andere afspraken maken.
Ten overvloede, de AOW is individueel. Die kan dus niet worden verdeeld. Het is wel zo dat wanneer je gaat scheiden en op dat moment al AOW ontvangt, je als alleenstaande een hogere AOW-uitkering ontvangt.
2. Na je scheiding bijzonder nabestaandenpensioen
Nabestaanden hebben vaak recht op een nabestaandenpensioen. Wees je ervan bewust dat een ex-partner soms recht heeft op een nabestaandenuitkering van je pensioenuitvoerder. Dit heet een bijzonder nabestaandenpensioen. Let vooral goed op bij een nieuwe partner. Want dan kan het nabestaandenpensioen lager zijn dan verwacht, juist omdat een deel van het nabestaandenpensioen voor de ex-partner is. Bij je pensioenuitvoerder kun je navragen hoe dat is geregeld.
3. Verdelen pensioen dat zelf bij elkaar gespaard is
Misschien is er – naast het pensioen van je werkgever – ook nog gespaard voor pensioen. Bijvoorbeeld met een lijfrenteverzekering, een koopsompolis of een bankspaarrekening. Ook wat hier is gespaard, dient te worden verdeeld. Je verzekeraar of bank kunnen je informeren hoe dit in zijn werk gaat. Maar misschien is het nog slimmer hiervoor de hulp van een financieel adviseur in te schakelen.