Door de effecten van de coronacrisis op de beurskoersen zijn de zogeheten dekkingsgraden van pensioenfondsen fors gedaald. De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse pensioenfondsen is nu rond de 85%. Maar wat betekent dit nu eigenlijk voor je pensioen?
Gelukkig is de beurs flink opgeveerd vanaf de laagste standen in maart. Maar nog altijd zijn de koersen een stuk lager dan begin dit jaar. Dat raakt uiteraard ook onze pensioenfondsen. Immers, pensioenfondsen beleggen ons geld voornamelijk, net als individuele beleggers, in aandelen en obligaties. Maar een pensioenfonds moet wel voldoende vermogen ‘in kas’ hebben om nu en in de toekomst de pensioenuitkeringen van jou en anderen te kunnen betalen. Om te beoordelen hoe het pensioenfonds ervoor staat, kijkt het voortdurend naar de dekkingsgraad. Dat is de verhouding tussen het vermogen van het pensioenfonds en de pensioenen die uitgekeerd moeten worden.
Beleidsdekkingsgraad
Vooral de beleidsdekkingsgraad is belangrijk, de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen twaalf maanden. Dit gemiddelde gebruiken pensioenfondsen om te bepalen of de pensioenen kunnen worden verhoogd (indexeren) of verlaagd (korten). De beleidsdekkingsgraad moet een minimale waarde hebben. Vanwege de coronacrisis is het wettelijk vereiste minimum voor de beleidsdekkingsgraad tijdelijk bijgesteld van 105% tot 100%. Maar als de beleidsdekkingsgraad onder de 100% komt, zit er voor veel pensioenfondsen zeer waarschijnlijk niets anders op dan de pensioenen verlagen. Een pensioenkorting dus.
Pensioenkortingen waarschijnlijk onontkoombaar
Onderzoeksbureau AON schat in dat de meeste pensioenfondsen inmiddels onder de kritische dekkingsgraad zijn gezakt. Daarom zullen pensioenkortingen voor het einde van 2020 zeer waarschijnlijk onontkoombaar zijn voor miljoenen Nederlanders. Natuurlijk kan de komende maanden fors economisch herstel en herstel op de beurs optreden. Zodat de beleidsdekkingsgraad van de pensioenfondsen weer uit de gevarenzone komt. Een andere mogelijkheid is dat het Nederlandse kabinet besluit dat vanwege de uitzonderlijkheid van de situatie een verlaging van de pensioenen niet hoeft. Iets dergelijks gebeurde namelijk eind 2019 ook. Maar daar kleeft natuurlijk wel een gevaar aan: hoe vaker kortingen worden uitgesteld, hoe groter het risico dat er op een gegeven moment niet meer voldoende pensioengeld over is voor de werkenden die dan met pensioen gaan. Daarom blijft voor veel Nederlanders het adagium: bouw zelf ook aanvullend pensioen op. Want de kans dat je pensioen later niet voldoende zal zijn, neemt alleen maar toe.