Negatieve spaarrente bij steeds lagere vermogensdrempels
Na ING kondigt recent ook de Rabobank aan dat klanten die meer dan € 250.000 op de rekening hebben rente moeten gaan betalen. Vanaf 1 januari 2021 brengt Rabobank hen -0,5% rente in rekening. Sinds 1 juli dit jaar hanteert de – een stuk kleinere – Triodos Bank al een negatieve rente van 0,5% voor tegoeden boven de € 100.000. Dergelijke ‘rentebewegingen’ zijn niet zonder risico voor de banken.
Want uit onderzoek van de Consumentenbond blijkt dat de overgrote meerderheid (meer dan 80%) van de Nederlanders hun spaargeld verplaatst wanneer de spaarrente negatief wordt. Bijna een kwart wil dan overstappen naar een andere bank die nog wel (wat) rente betaalt. Maar ja, als steeds meer banken negatieve spaarrente gaan rekenen, vervalt ook die optie.
In een oude sok
Verder zegt zo’n 20% bij negatieve spaarrente het geld bij de bank weg te halen en thuis te bewaren, min of meer in een ‘oude sok’. Zo’n 11% van ons Nederlanders gaat het spaargeld beleggen als er negatieve rente wordt gerekend. Ook de hypotheek aflossen wordt als oplossing genoemd. Circa 16% zegt niets te ondernemen en het geld ongemoeid op de spaarrekening te laten staan, ook bij negatieve rente.
‘Geen garanties’
Nederlandse consumenten zijn dus niet bereid om te betalen voor het bewaren van hun spaargeld. Steeds meer Nederlanders kiezen daarom voor allerlei alternatieven, zoals beleggen. Een belangrijk signaal voor de banken. Maar door de vergoedingen die ze zelf voor geld stallen aan de Europese Centrale Bank moeten betalen, zitten ze behoorlijk klem. Sterker nog, Rabobank sluit niet uit dat de drempel om negatieve rente te gaan rekenen in de toekomst nog verder verlaagd wordt: ‘We kunnen daar gezien de aanhoudende lage rentes helaas geen garanties op geven.’ De komende tijd zullen we dus naar verwachting steeds meer geldstromen van de spaarrekening richting – onder meer – beleggingen gaan zien.