ABN Amro leed vorig jaar voor het eerst in tien jaar verlies. Dat komt vooral door de economische gevolgen van de coronacrisis en door de lage rente. Die lage rente is zo’n pijnpunt bij banken, dat ook de topman van ABN Amro voor het eerst zinspeelde op negatieve rente over spaartegoeden van veel meer klanten dan voorheen. Nu geldt die negatieve rente voor bedragen boven de € 500.000.

Eind 2019 zei Kees van Dijkhuizen, de vorige ceo van ABN Amro, dat het overgrote deel van de klanten niet te maken zal krijgen met negatieve rente op haar of zijn spaargeld. Dijkhuizens woorden destijds: ’95% van onze klanten gaan we de komende jaren niet lastigvallen met een negatieve rente’. Maar eens te meer blijkt dat uitspraken die eerst onwrikbaar leken onder druk van de omstandigheden vloeibaar kunnen worden. Want de extreem lage rente snijdt in de resultaten van banken.

Nieuwe ceo sluit niets meer uit

Robert Swaak, sinds april 2020 topman van ABN Amro, zei na bekendmaking van de resultaten en het verlies over vorig jaar: ‘Inmiddels zijn we begonnen met het rekenen van negatieve rente en we zullen iedere keer een afweging moeten maken. De omstandigheden zijn behoorlijk veranderd en daar moet je als bank rekening mee houden. Klanten houden daar nu al rekening mee. Negatieve rente is niet meer nieuw, het is helaas onderdeel van een laag-rente-klimaat.’

We hoeven dus echt niet verrast te zijn als niet alleen ABN Amro negatieve rente over spaartegoeden onder de € 500.000 en wellicht als volgende stap onder de € 100.000 gaat rekenen, maar dat meer banken dat voorbeeld zullen volgen.