Geld lenen wordt lastiger volgend jaar
Kredietverstrekkers gebruiken vaste regels om bij de aanvraag van een persoonlijke lening of een consumptief krediet vast te stellen hoe hoog de inkomsten en vaste lasten van de aanvrager zijn. Op grond van deze regels, ofwel leennormen, wordt dan bepaald hoeveel krediet iemand maximaal mag hebben om niet in financiële problemen te komen.
Maar vanaf volgend jaar 1 april worden deze leennormen aangescherpt, door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN). Die aanscherping is door deze twee brancheorganisaties opgesteld in overleg met toezichthouder Autoriteit Financiële Markten en het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting, ofwel het Nibud. Met de nieuwe leennormen moet beter gewaarborgd zijn dat iemand na het betalen van rente en aflossing voldoende overhoudt om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Daarom verdisconteren vanaf 1 april 2021 geldverstrekkers ook de kosten voor kinderopvang, de auto en de eigen woning in hun berekeningen. Het gevolg zal zijn dat voor velen het maximale bedrag dat ze kunnen lenen een stuk lager wordt.
Overgangsregeling
De regels gelden dus vanaf 1 april volgend jaar. Om ervoor te zorgen dat consumenten niet snel voor de inwerkingtreding van de nieuwe normen opeens teveel gaan lenen, komt er een overgangsregeling. Vanaf 1 januari 2021 geldt daarom een opslag bij het vaststellen van de leennorm. De hoogte hiervan is afhankelijk van de gezinssituatie. Voor alleenstaanden is de opslag € 275, voor alleenstaanden met kinderen € 451, voor kinderloze paren € 326 en de opslag voor stellen met kinderen is € 408.