Misschien had je het al gelezen, vanaf 2022 gaat de belasting rekenen met een ‘realistisch’ rendement over spaargeld. Dat betekent dat als de rente laag blijft je spaargeld tot € 440.000 niet wordt belast. Tot die tijd gelden de huidige regels voor het vaststellen van de belasting over je vermogen. Die veranderen ieder jaar een beetje. We geven vast een overzicht van de belangrijkste veranderingen voor volgend jaar als het gaat om belasting over het vermogen.
1. Tot € 30.846 geen belasting
Over een deel van je vermogen betaal je geen belasting, de vrijstelling. Hoef je over 2019 geen belasting te betalen als je vermogen niet hoger is dan € 30.360, volgend jaar stijgt dit licht. Als je dan tot € 30.846 aan spaargeld of beleggingen hebt, hoef je geen vermogensrendementsheffing te betalen. Voor stellen geldt dat tot €61.692 (in 2019: €60.720). Boven deze bedragen ga je belasting over je vermogen betalen. Overigens, als je ‘groen’ belegt, heb je recht op een extra vrijstelling. Dan hoef je over 2020 tot € 59.000 geen belasting over je vermogen te betalen. Dat was vorig jaar € 58.539.
2. Rendementen
Bovendien is er volgend jaar sprake van een verlaging van de zogeheten fictieve rendementen, het rendement waarmee de belasting rekent. Bóven het bedrag aan vermogen waarover je geen belasting hoeft te betalen, wordt volgend jaar over de eerste €72.797 aan spaargeld en/of beleggingen een rendement verondersteld van 1,80%. In 2019 is dat nog 1,94%. Hierover heft de fiscus zoals altijd 30% vermogensbelasting, oftewel afgerond 0,54% over 2020. Dat is lager dan in 2019, met 0,58% heffing. Uiteindelijk betekent deze verlaging maximaal een paar tientjes voordeel voor mensen met ruim een ton (stellen ruim 2 ton) aan vermogen in box 3.
3. Ook hogere inkomens
Ook degenen met meer vermogen worden over 2020 iets minder zwaar belast. Bijvoorbeeld, bij een vermogen boven de €1.036.418 in box 3 rekent de fiscus met een rendement van 5,33%. Dat is over dit jaar nog 5,6%.
Al met al blijven de veranderingen als het gaat om belasting over vermogen de komende jaren beperkt. Pas vanaf 2022, zoals al in de intro hier gezegd, worden de veranderingen (en de bedragen die daarmee gemoeid zijn) groter voor ons als Nederlanders.