Afnemende vermogensverschillen bij huizenbezitters
Het gaat de laatste tijd door de oplopende huizenprijzen vaak over de kloof in vermogen tussen huizenkopers en huurders. En die kloof groeit. Maar waar minder aandacht voor is, is dat eveneens door de oplopende huizenprijzen de vermogensongelijkheid onder huizenbezitters in Nederland afneemt!
Internationaal gezien is de inkomensongelijkheid in Nederland niet groot, maar de vermogensongelijkheid is dat wel. Vooral als je kijkt naar de vermogensongelijkheid tussen huizenbezitters en huurders loopt dat in het oog. Zo meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat woningeigenaren begin 2020 gemiddeld ruim € 207.000 aan vermogen hadden. Huurders hadden toen gemiddeld € 2.300, een fors verschil.
Maar als gekeken wordt naar Nederlandse huizenbezitters…
Het beeld wordt echter heel anders als wordt gekeken naar Nederlanders die een eigen huis bezitten. Binnen die groep is de vermogensongelijkheid juist afgenomen. Zo had de groep 10% rijkste huishoudens begin vorig jaar ruim 60% van het totale vermogen in handen. Vijf jaar eerder was dat nog 70%, zegt het CBS. Het CBS stelt zelfs dat de vermogensverschillen tussen huishoudens die een koophuis hebben al sinds 2015 jaarlijks een afname laten zien. Dat komt door het steeds verder aantrekken van de woningmarkt. Huizen zijn daardoor steeds meer waard geworden en vrijwel iedereen met een eigen huis heeft zijn vermogen daardoor zien groeien.
Periode 2011-2013
In de periode 2011-2013 was er juist nog sprake van een stijgende vermogensongelijkheid, en de twee jaar daarna bleef de ongelijkheid min of meer constant. Ook dit is goed te verklaren door ontwikkelingen op de woningmarkt. De huizencrisis die 2011 inzette, trof namelijk vooral de vermogens van minder vermogende huizenbezitters. Rijkere huishoudens hebben meestal naast een eigen woning ook nog andere substantiële bezittingen.
Als het vermogen dat in de woningen zit buiten beschouwing wordt gelaten, zijn de verschillen tussen huishoudens het afgelopen decennium eigenlijk vrijwel stabiel gebleven, zegt het CBS. De ongelijkheid op het gebied van inkomens is de laatste jaren namelijk weinig veranderd.